We hadden vroeger een grote rode kat. Genaamd Suske. Vroeger waren er nog vogeltjes markten in Belgie, waar ze allerlei (zielige) diertjes te koop aanboden. Suske was er al voordat ik werd geboren en hij kwam altijd stiekem in mijn wiegje liggen. 

Ik denk dat daar mijn voorkeur voor Rode katten is begonnen.
Jaren later ( denk dat ik ongeveer 6 was) woonde er bij ons in de straat mensen die altijd halflang-harige katten voor hun raam hadden zitten. En ik, als klein kind moest daar altijd naar kijken. Die mooie katten bleven je aanstaren, en ze hadden een bepaalde blik waar je naar kon blijven kijken.
Ik denk vooral ook dat ik ze zo speciaal vond omdat ze nooit zomaar op straat liepen en dus een beetje onbereikbaar waren.
De mensen van wie ze waren vertelde mij toen dat het Maine Coons waren en dat ze inderdaad nooit op straat mocht komen, maar alleen in een afgezette tuin. Ik begreep niet waarom.....
Wij hadden immers zelf ook katten thuis, maar die kwamen wel gewoon buiten de tuin....
(Ondertussen begrijp ik het natuurlijk wel, en ben er alleen maar voorstander van. Er zijn immers genoeg gekke mensen of mensen met een te zware rechtervoet in de auto)


Op het moment dat Pascal en ik samen gingen wonen in Zeeland, hebben we Gijsje genomen als kitten. 1 kitten was zielig, want katten horen een gewoon een kattenmaatje te hebben. Een kat is weliswaar geen roedeldier zoals een hond, maar stelt gezelschap van een andere kat zeer op prijs. Al is het alleen maar om samen te kunnen spelen, en wat genegenheid naar elkaar toe tonen, zoals elkaar wassen. Een kat kan zichzelf snel gaan vervelen wat zich kan uitten in ongewenst gedrag, zoals onzindelijkheid, krabben aan meubels en zichzelf gaan kaal likken
Al snel volgde Eleanor en dat ging vrij snel goed met Gijs.
Maart 2015 is daar Lilly bijgekomen en we zijn gewoon heel erg trots op onze katjes ;)